Japanse woorden & termen
Armtechnieken
harai te: veeg hand, veegtechniek met de hand
harai waza: veeg techniek, armveegtechniek
hiji ate: elleboog stomp, elleboogstomp
hiki te: terugtrekken hand, terugtrekken van de hand naar de heup
awasete: samengevoegde handen
sei te: verschillende hand
Basisoefening
kihon: basistraining
Beentechnieken
ashi barai: voet, veeg
ashi uke: voet, afweer
ashi waza: voet, techniek
ashibo kake uke: voet, stok, gehoekt blok, beenveeg
fumi kiri: snijden verpletterende trap met snijkant van de voet naar voet
fumi komi: achtervolgen trap met snijkant van de voet naar knie
geri: trap
geri waza: traptechniek
hiki ashi: terugtrekken van de voet na een trap
hiza geri: kniestoot
hiza uke: afweer met de knie
kakato geri: hieltrap, trap van boven naar beneden met hiel
kanibasami: krabscharen, schaarbenen
kansetsu geri: gewricht trap, trap naar de knieholte
kin geri: trap naar het kruis
kizami geri: reikende trap, stekende trap, voorste been
kubi mawashi geri: ronde trap met gestrekte voet
mae geri: voorwaartse trap
mae ren geri: voorwaarts opvolgende trap, meerdere voorwaartse trappen na elkaar
mae tobi geri: gesprongen voorwaartse trap
mawashi geri: ronddraaiende trap
mikatsuki geri: ronddraaiende trap van buiten naar binnen met voetzool
nami ashi: golf voet, scheppende voetveeg
renzoku geri: opeenvolgende trappen, trapcombinatie
uchi mawashi geri: ronddraaiende trap van binnen naar buiten met wreef
ura mawashi geri: tegengesteld ronddraaiend trap, ronddraaiende trap van binnen naar buiten met voetzool
ushiro geri: rugwaartse trap, achterwaartse trap
ushiro ura mawashi geri: rugwaarts tegengesteld ronddraaiend trap, achterwaarts ronddraaiende trap met de voetzool
yoko geri: zijwaartse trap
yoko geri keage: flappende zijwaartse trap
yoko geri kekomi: zijwaarts trap stotend, stotende of duwende zijwaartse trap
yoko tobi geri: zijwaartse gesprongen trap
Beschrijvingen
tate: vertikaal
ura: tegengesteld omgedraaid
ushiro: rugwaarts achterwaarts
yoko: zijwaarts zijwaarts
soto: buitenwaarts buitenkant
gawa: zijde
uchi gawa: binnenwaarts zijde
soto gawa: buitenwaarts zijde
joho: opwaarts
kaho: neerwaarts
zenpo: voowaarts
koho: achterwaarts
sokuho: zijwaarts
uho: naar rechts
saho: naar links
sayu: links en rechts
zengo: voorwaarts en rugwaarts
sokumen: zijkant
naname: diagonaal
ko waza: korte techniek
kosa: kruis gekruist
kubi: nek, hals, verbinding gestrekt
mawashi: ronddraaiend
mikatsuki: 1/3 van een cirkel
nagashi: begeleidend
o waza: grote techniek
oi komi: techniek uitvoeren tijdens verplaatsing
otoshi :neerwaarts
shu waza: half techniek techniek op middenafstand
tokui waza: voorkeur techniek
Blokken
age uke: opwaartse blok
awase uke: samengevoegd blok, samengevoegde afweer
gedan barai: lage zone veeg, blokkering op lage zone
haishu uke: handrug blok, afweer met handrug
haito uke: duimkant blok, afweer met de duimkant van de hand
haiwan uke: handrugzijde voorarm blok, afweer met de handrugzijde van de voorarm
hiji suri uke: knie glijden blok, glijdende elleboogafweer
hiji uke: knie blok afweer, met de elleboog
juji uke: X blok, wigafweer
kake shuto uke: gehoekt snijkant hand blok, afweer met snijkant hand, hand 45°
kake uke: gehoekt blok, blok met duimkant van de arm, zie uchi barai
kakiwake uke: duw naar de zijkant, blok naar buiten trekkende dubbele handafweer
kakuto uke: bovenkant pols blok, afweer met de bovenkant van de pols
keito uke :duimgewricht blok, afweer met duimgewricht dichtst bij de pols
koken uke: bovenkant pols blok, afweer met de bovenkant van de pols
kosa uke: gekruist blok, gekruiste afweer
manji uke: dubbele blok (gedan barai + uchi uke jodan)
morote uke: dubbele of versterkte blok
nagashi uke: begeleidend blok, zijwaarts begeleidende open hand afweer
osae uke: duw naar beneden, blok neerwaarts begeleidende open hand afweer
otoshi barai: vallend blok, neerwaartse afweer met de voorarm horizontaal, zie otoshi uke
otoshi uke: vallend blok, neerwaartse afweer met de voorarm horizontaal, zie otoshi barai
seiryuto uke: afweer met beentje tussen polsgewricht en snijkant hand
shuto uke: snijkant hand, blok afweer met de snijkant van de hand
soto uke: buitenwaarts blok, armafweer van buiten naar binnen
sukui uke: scheppende armafweer
tate shuto uke: vertikaal snijkant hand blok, afweer met snijkant hand, hand vertikaal
tate uke: vertikaal blok, blok met voorarm, van binnen naar buiten
teisho uke: handpalm blok, afweer met de muis van de hand
uchi barai: binnenwaarts blok laag, blok van buiten naar binnen, zie kake uke
uchi ude uke: binnenwaarts voorarm blok, afweer van binnen naar buiten met voorarm, zie uchi uke
uchi uke: binnenwaarts blok, afweer van binnen naar buiten met voorarm, zie uchi ude uke
uke: blok afweer/persoon die afweert
uke waza: blok techniek, afweertechnieken
Cijfers
go: vijf / wijkend
hachi: acht
hyaku: honderd
ichi :één
ippon: een volledig punt/één als voorvoegsel
ju: tien
ju-ichi: elf (tien één)
ju-ni: twaalf (tien twee)
ku: negen
kyu: lagere graad (wit-bruin) / negen, zie ku
man: tienduizend
ni: twee
ni-ju: twintig (twee twintig)
roku: zes
san: drie
sanbon: driestaps
sandan: derde
san-ju: dertig (drie tien)
sen: duizend
sen-kyuhyaku-kyuju-kyu: 1999
shi: vier (synonym = yon)
shichi: zeven (syn nana)
yon-ju: veertig (vier tien)
Commando's
aka: rood commando bij start wedstrijd: aka - chiro! (rood en wit, opkomen aub)
domo arigato gozaimashita: dank u wel
hai: ja ja, ik heb het begrepen
hajime: start
hantei: wissel van kant
hayaku: snel, vlug
hidari: links
hikiwake: gelijktijdige score
jogai: het gevecht ontwijken
kaimoku: open je ogen
keage: flappend
kekomi: stotend, duwend
kiritsu: sta recht
kizami: stekend
mae: voorwaarts
mawate: draai om (mawaru = draaien)
migi: rechts
mokuso: sluit de ogen
mokuso yame: sluit de ogen einde einde van de meditatie
naka e: ga naar het midden, nader
naore: kom terug tot de normale positie
oss: bevestiging
otagai ni rei: iedereen groeten
rei: groeten
ritsu rei: staand groeten
sagaru: achteruit
seikaku ni: precies, nauwkeurig
seiretsu: oplijnen
seiza: kniezit (chakuza betekent 'kniel', seiza is de kniezit zelf)
sempai ni rei: oudere groeten groeten tov de oudere
sensei ni rei: leraar groeten groeten tov de leraar
shihan ni rei: grootmeester groeten groeten tov de grootmeester
shinza ni rei: altaar groeten groeten tov het altaar van de goden om de voorvaders van de kunst te eren
shiro: wit
shomen ni rei: naar voor groeten groeten naar voor
tsuyoku: krachtig, sterk
tsuzukete: ga door, vecht verder
waza ari: half punt
yame: stop
yasume: ontspan
yoi: klaar
yukkuri: traag
zarei: zittende groet
Houdingen
chudan gamae: halve zone gevechtshouding, gevechtshouding op middenzone
goshin: wijkend geest zelfverdediging
gyaku: tegengesteld
gyaku gamae: tegengestelde gevechtshouding, de partners staan met hetzelfde been voor (R-R of L-L)
gyaku hanmi: tegengestelde half lichaam, bekken volledig ingedraaid, voorbij de lichaamsas
hamni: half lichaam bekken/ bekken licht uitgedraaid
gedan gamae: lage zone gevechtshouding gevechtshouding op lage zone
hidari gamae: links gevechtshouding, gevechtshouding met linkerbeen voor
jiyu gamae: vrij gevechtshouding
jodan gamae: gevechtshouding op hoge zone
kamae: gevechtshouding, zie kamaete
kamaete: gevechtshouding hand, zie kamae
migi gamae: rechts gevechtshouding, gevechtshouding met rechter been voor
shizen tai: lichaam, natuurlijke houding
shomen: naar voor gericht
Kata
Zie onderdeel over kata voor het overzicht van de kata's.
bunkai: analyse, toepassing van kata
embu: beginpunt kata
embusen: grondpatroon van de kata, uitvoeringslijn
kata: vorm/schouder
tokui kata: voorkeur vorm, voorkeurskata
sentei kata: geselecteerd vorm, geselecteerde kata
shitei kata: verplicht vorm, opgelegde kata
tokui kata: voorkeur vorm, voorkeurskata
Lichaamsdelen
ude: voorarm
ashi: voet
chudan: halve zone
empi: elleboog
gaiwan: pinkzijde van de voorarm
haishu: handrug
haisoku: wreef van de voet
haito: duimkant van de hand
haiwan: handrugzijde van de voorarm
hara/tanden: centrum van het lichaam, zie tanden
hiji/empi: syn=empi
hiraken: vingers plooien met tweede gewricht naar voor
hiza/shittsui: knie
ippon ken: vuist met wijsvingerkneukel licht naar voor
ippon nukite: éénvingerige speerhand
kakato: hiel
kakuto: bovenkant pols
keito: duimgewricht dichtst bij de pols
ken: vuist/zwaard
koken: pols, zie kakuto
koshi: bal van de voet
kumade: berenklauwhand
kyusho: vitaal punt
nadakka ippon ken: middelkneukelvuist
naiwan: duimkant van de voorarm
nakadakaken: vuist met middelvingerkneukel licht vooruit
seiken: voorkant vuist voorste kneukels van de vuist, waarmee gestoten wordt
seiryuto: beentje tussen polsgewricht en snijkant hand
shuto: snijkant van de hand
shuwan: handpalmzijde van de voorarm
sokuto: snijkant van de voet
tanden: buik, centrum van het lichaam, zie hara
te: hand
teisho: muis van de hand
tettsui: hamervuist (pinkkant van de vuist)
uraken: handkneukels
wan: arm, zie ude
washide: vogelbekhand
hiza shita: onder de knie
Slagtechnieken
empi uchi: elleboog slag slag met elleboog
haishu uchi: handrug slag slag met handrug
haito uchi: duimkant hand slag slag met de duimkant van de hand
otoshi empi uchi: vallend elleboog slag neerwaartse elleboogslag
shuto uchi: snijkant hand slag slag met de snijkant van de hand
teisho uchi: handpalm slag slag met de muis van de hand
tettsui uchi: hand hamer slag hamervuistslag
uchi: binnenwaarts / slag
uchi waza: slag techniek slagtechnieken
uraken uchi: omgekeerd slag met de handkeukels
yoko empi uchi: zijwaartse elleboog slag
Sparring
gohon Kumite: vijf staps sparring, vijfstaps partneroefeningen
ippon kumite: éénstaps sparringsoefening
jissen: reëel gevecht
jiyu kumite: vrije sparringsoefening
kumite: sparringsoefening
maai: gevechtsafstand
randori: vrij gevecht
sanbon kumite: driestaps partneroefening
shiai: wedstrijdvloer
yakusoku kumite: gevechtsoefening volgens afspraak
happo kumite
kaeshi ippon kumite
jjyu ippon kumite
kihon ippon kumite
shiai kumite
kyogi kumite
gohon kumite
sanbon kumite
ippon kumite
kumite: sparring
gohon kumite: vijf staps sparring Aanvaller valt 5x aan, verdediger blokt 5x en voert laatste x tegenaanval uit.
sanbon kumite: drie staps sparring Aanvaller valt 3x aan, verdediger blokt 3x en voert laatste x tegenaanval uit.
kihon ippon kumite: basis één staps sparring Aanvaller valt 1x aan, verdediger blokt 1x en voert tegenaanval uit.
jiyu ippon kumite: vrije één staps sparring Aanvaller valt 1x aan met een vrije techniek, verdediger blokt 1x en voert tegenaanval uit.
kaeshi ippon kumite: terugkerende één staps sparring Aanvaller valt 1x aan, verdediger blokt en valt op zijn beurt aan met stap naar voor. Eerste aanvaller blokt en voert tegenaanval uit.
okuri ippon kumite: zenden één stap sparring Aanvaller valt 1ste keer aan met afgesproken techniek. Onmiddellijk daarna valt hij opnieuw aan afhankelijk van de reactie van de verdediger.
yakusoku kumite: afspraak (belofte) sparring; verzamelnaam voor alle kumite waarbij de aanvalstechniek vooraf vastligt (dus niet jiyu kumite)
happo kumite: 8 richtingen sparring; sparring in verschillende richtingen met verschillende partners
oyo kumite: toepassing sparring sparring waarbij je technieken van kata toepast
tanren kumite: drill sparring sparring om technieken te automatiseren (zoals gohon en sanbon kumite)
kyogi kumite: competitieve sparring
shiai kumite: wedstrijd sparring sparring met het Budo-idee, zoals jiyu ippon kumite
Standen
age: opwaarts
zenkutsu dachi: voorwaarts leunende stand
ai gamae harmoni: gevechtshouding gevechtshouding waarbij de partners in spiegelbeeld staan
fudo dachi: onbeweeglijk stand fundamentele centrale stand
hachiji dachi: natuurlijke stand, voeten licht naar buiten
hachinoji dachi: idem hachiji dachi
hamni dachi: stand met bekken licht uitgedraaid
hangetsu dachi: halve-maanstand
heiko dachi: natuurlijke stand, voeten evenwijdig
Heisoku dachi: voeten aaneengesloten
kiba dachi: paardenzitstand
kosa dachi: gekruiste stand
musubi dachi: V-stand
neko ashi dachi: katstand
renoji dachi: L-stand
sanchin dachi: zandloperstand
shiko dachi: paardenzitstand met de voeten naar buiten gericht
sochin dachi: stabiele stand, diagonaal
teinoji dachi: op T lijkende stand T-stand
tsuri ashi dachi: kraanvogelstand
uchi hachiji dachi: natuurlijke stand, voeten licht naar binnen
kokutsu dachi: achterwaarts leunende stand
Stoottechnieken
age tsuki: opwaartse stoot
awase tsuki: samengevoegde stoten, dubbele stoot naar keel en plexus
choku tsuki: rechtstreekse stoot in rechtopstaande positie
dan tsuki: zone stoten, stoten op verschillende hoogtes
gedan tsuki: stoot naar lage zone
gyaku tsuki: tegengestelde stoot, gekruiste stoot. Vb rechterbeen voor, linker vuist
hasami tsuki: schaarstoot
heiko tsuki: dubbele stoot, armen evenwijdig
jun tsuki: volgende stoot
kagi tsuki: hoekstoot, handrug naar boven
kizami tsuki: stekende stoot, voorste arm
mawashi tsuki: ronddraaiende stoot, duim naar beneden
morote tsuki: dubbele stoot
nihon nukite: tweevingerige speerhand
nihon ren zuki: twee maal stoten met verschillende handen
nukite: speerhand
oi tsuki: stapstoot
otoshi zuki: neerwaarts duwende stoot
ren zuki: meerdere stoten met afwisselende handen
sanbon ren zuki: drie stoten na elkaar met verschillende handen, zie sanbon tsuki
sanbon zuki: drie stoten na elkaar (jodan, chudan, chudan)